Afgelopen september deed Netwerk Dien je Stad een opmerkelijke oproep op Facebook. Gezocht: enthousiaste ouders. Voor een samenwerking met de opleiding Social Work aan de Christelijke Hogeschool Ede konden ouders met een opvoedvraagstuk zich aanmelden voor een aantal sessies waarin studenten de vraag analyseren en advies geven. Ondertussen is het traject afgelopen en wil een van de ouders zijn verhaal vertellen.
Johan (31) is getrouwd met Leanne (30)* en samen hebben ze drie kinderen. Twee meisjes, van 5 en 1,5 jaar en een jongen van 4 jaar. De opvoedvraag die Johan had toen hij aan het traject begon, ging over de driftbuien van zijn zoon. Deze buien waren behoorlijk dominant binnen het gezin en Johan kon daar slecht mee om gaan. “Soms gebeurde het dat mijn dochter moe naar school ging, omdat mijn zoon thuis heftig kon reageren, en ik daar niet op in kon spelen. Dat is natuurlijk heel vervelend en daar voelde ik mij machteloos over”
Tijdens de gesprekken met de studenten werd een model gebruikt om verschillende levensgebieden in kaart te brengen, zoals werk, relaties en woonsituatie. Als de studenten Johan hier over bevragen, wordt hij geconfronteerd met iets wat zich een aantal jaar eerder heeft afgespeeld. “Voordat we in Ede kwamen wonen, woonden we ergens anders. Hier hadden we heel slecht contact met de buren. Onze huurbaas waarschuwde ons hier van tevoren al voor, maar we dachten: zo makkelijk laten we ons niet uit het veld slaan.” De buren zijn echter erg gevoelig voor lawaai; waar je in oudere sociale huurwoningen al snel last van hebt met jonge kinderen. Op een dag staat het Advies & Meldpunt Kindermishandeling (AMK) op de stoep omdat ze een anonieme melding over Johan en Leanne hebben ontvangen. Vanaf het begin is het voor het AMK duidelijk dat niks wijst op kindermishandeling. Een aantal jaren later verhuist het gezin naar Ede.
Door de vragen van de studenten, die een helder beeld van de situatie proberen te schetsen, komt Johan tot het inzicht dat dit incident hem behoorlijk onzeker heeft gemaakt en traumatisch voor hem is geweest. Elke keer wanneer een van zijn kinderen een blauwe plek of schram oploopt, bekruipt Johan een angstig gevoel. Dit werkt echter ook door in een heftige situatie: “Pas viel mijn jongste dochter hard van de fiets en moest ze met een ambulance worden opgehaald. Op zo’n moment merk ik dat ik me meer zorgen maak over het Meldpunt Kindermishandeling, dan over het welzijn van mijn dochter. Dat vind ik heel erg. Ik wil er juist voor haar zijn, maar deze traumatische ervaring stond hierbij in de weg”
Door de vragen die de studenten van de CHE stellen, ziet Johan in dat deze traumatische ervaring zijn opvoeding bepaalt. Dit uit zich in onzekerheid en het willen controleren van zijn kinderen om te voorkomen dat dit nog eens gebeurt. Dit inzicht is voor Johan een grote stap en hij heeft het verhaal voor het eerst durven vertellen aan de huisarts en bij het consultatiebureau in Ede. Dit heeft hem veel vrijheid en bevestiging gegeven in zijn opvoeding. Ook probeert Johan wat soepeler en minder controlerend te zijn tegenover zijn kinderen. Met succes, want de driftbuien van zijn zoontje zijn verminderd en hij kan meer onbevangen in de relatie met hem staan. Doordat de studenten de juiste vragen stelden, brachten zij het balletje aan het rollen en is het een stuk rustiger in het gezin!
*Johan en Leanne zijn verzonnen namen en de kinderen op de foto zijn niet echt hun kinderen