Anna (17) en Martha (19) zijn vriendinnen en huisgenoten. Alma (9) en Ahmad (10) broer en zus. De vier spreken wekelijks af met elkaar om huiswerk te maken én ook om samen iets leuks te doen. “We hebben het altijd gezellig samen.”
Het viertal ziet elkaar iedere woensdag. Meestal een uurtje. “Soms ook wel langer, hoor”, zegt Alma. Aan de keukentafel maakt ze haar huiswerk met hulp van Martha. Huiswerkbegeleiding klinkt saai, maar dat is het niet. “Ik vind het leuk. Ik kan met haar leren, schrijven en ook een spelletje doen. Ik leer bijvoorbeeld wat woorden betekenen en hoe ik het moet schrijven”, legt Alma uit.
De combinatie van leren en spelen werkt goed. De twee maken zelfs een spelletje van het maken van huiswerk. “Bij het huiswerk voor Nederlands liggen alle letters door elkaar en we moeten dan een woord zoeken. Onderling maken we er een spelletje van wie het woord als eerste vindt”, zegt Martha. “Het gaat steeds beter met haar en ik merk veel verschil in haar schrijven. Ze schrijft nu beter aan elkaar dan toen ik haar voor het eerst ontmoette.”
Die eerste ontmoeting vond plaats op het kantoor van Maatjes meer dan Huiswerk. Er was meteen een klik. Anna en Martha zijn allebei eerstejaars studenten bij de opleiding Social Work op de CHE. Op die manier kwamen ze in contact met het project. Martha vindt het leuk om met kinderen te werken. Samen met haar huisgenootje Anna gaf ze zich op en gaven ze door wat ze leuk vinden om te doen. Daarna werd er gekeken welke maatjes bij de meiden zouden passen.
Het maakte de twee niet uit aan wie ze werden gekoppeld, al hadden ze stiekem wel één grote wens: een broertje en een zusje. “Zodat we dit samen kunnen doen. Het is heel erg leuk dat we ook daadwerkelijk aan een broertje en zusje zijn gekoppeld”, zegt Martha. “We komen hier dus altijd met z’n tweeën.”
10 voor rekenen
Anna helpt Ahmad met rekenen en taal. Ze vindt het leuker dan verwacht. “Je maakt natuurlijk huiswerk samen, maar je hebt vooral een gezellige middag.” Soms krijgen de meiden ook lekkers voorgeschoteld zoals pizza of shoarma. En met Ahmad’s rekenkunsten gaat het al snel een stuk beter. Of zoals hij zelf zegt: “Het gaat een beetje goed: laatst had ik een 10 voor rekenen.”
Anna en Martha krijgen alle ruimte om zelf afspraken in te plannen met de kinderen, maar krijgen daarnaast ook begeleiding vanuit de organisatie. “Ik vind dat we goed ondersteund worden. We mogen altijd langskomen als er iets is. Op Instagram geven ze leuke tips voor spelletjes, uitjes en boeken. Daarnaast regelen ze leuke middagen met activiteiten, zoals een middag in de speeltuin spelen of schaatsen. Ahmad, jij hebt toen leren schaatsen, hé!”, zegt Anna. Ahmad knikt en zegt: “Daarna gingen we warme chocolademelk drinken!”.
Waardering
“Je merkt echt dat het team blij met ons is als vrijwilliger. Zo mochten Anna en ik op de dag van de vrijwilliger iets lekkers ophalen.”, voegt Martha toe. Maar dat is niet de reden dat de twee een ander willen helpen. “We zijn nog in opleiding, maar zijn al wel bezig als social worker. Hoe mooi is het dat je iemand in de goede richting kunt helpen met iets waar je vroeger op de basisschool goed in was?”, vertelt Anna. De vriendinnen begeleiden de broer en zus nog tot aan de zomervakantie. Tot die tijd gaan ze door met het huiswerk maken en spelletjes spelen. “In de zomer kunnen we lekker gaan voetballen buiten. Daar is Ahmad heel goed in. Dan kunnen we tellen wie de meeste ballen scoort. Denk je dat je gaat winnen van mij?”, oppert Anna. Ze krijgt meteen een overtuigde ‘ja!’ van Ahmad terug.